Marinus de Ruiter
Nowhere Boy info
*****
Het leven van Lennon in Liverpool
Nowhere Boy
Nowhere Boy
Nowhere Boy is veel meer dan alleen een speelfilm over de jonge jaren van John Lennon. Natuurlijk, de Engelse film is verplichte kost voor Beatles-fans, maar is daarnaast ook voer voor psychologen, kunstliefhebbers en de roddelpers. Nowhere Boy opent het International Film Festival Breda, dat vanavond van start gaat. Vanaf 1 april is de film ook elders in het land te zien.

Wat meteen opvalt aan Nowhere Boy is de natuurgetrouwe weergave van Woolton, Liverpool, de omgeving waar John Lennon opgroeide. De film begint in 1955, wanneer tiener Lennon nog bij zijn oom en tante woont, en eindigt in 1958, wanneer hij op het punt staat naar de kunstacademie te vertrekken en voor het eerst de studio betreedt met zijn band The Quarry Men, die later zou transformeren in The Beatles.

De film geeft niet alleen een beeld van de muzikale geboorte van de zanger en gitarist, maar belicht ook de intense emotionele ontwikkeling die Lennon in die tijd doormaakte. Hoofdrolspeler Aaron Johnson blijft daarbij overtuigen, als de rebelse, bijdehante tiener die Lennon was, maar ook in de scènes waarin de klappen vallen. John krijgt in zijn naaste omgeving een aantal sterfgevallen te verwerken die diepe littekens achterlaten. Deze tragische momenten zijn goed in balans met luchtige scènes en komische dialogen, dankzij het scenario van Matt Greenhalgh (Control).

Centraal staat de complexe verhouding tussen John, zijn peettante Mimi en zijn echte moeder Julia, die hij pas op 15-jarige leeftijd leert kennen. Via Julia leert hij gitaar- en pianospelen en komt hij in aanraking met rock-'n-roll, maar ontdekt hij ook de schaduwzijde van haar door schande en geestesziekte getekende leven.

Nowhere Boy zit vol prachtige details, bijvoorbeeld wanneer John in de schoolbanken als een waanzinnige werkt aan zijn stripachtige tijdschrift The Daily Howl, of wanneer The Quarry Men voor het eerst op het podium staan en een fotograaf de groep vastlegt; deze scène is gemaakt aan de hand van foto’s van het oorspronkelijke optreden.

De officiële goedkeuring van Yoko Ono is al reden genoeg voor fans van The Beatles om Nowhere Boy te gaan bekijken. De film geeft kleur aan de muziek en maakt voelbaar waarom nummers van The Beatles tegelijk vrolijk en diep melancholisch kunnen klinken. Een bezwaar voor fijngevoelige fans zou kunnen zijn dat Paul McCartney, gespeeld door Thomas Brodie Sangster, een stuk jonger en kinderachtiger oogt dan de stoere Lennon.

De film is een triomf voor regisseur Sam Taylor-Wood, die met Nowhere Boy haar speelfilmdebuut maakt. Taylor-Wood is een bekende uit de internationale kunstwereld. De Britse maakte naam met haar strak vormgegeven fotografie en videokunst, waarin zij een fascinatie toont voor gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal van mensen in extreme psychische toestanden.

Taylor-Wood is de zoveelste in de rij videokunstenaars die zich met succes aan een speelfilm waagden; Nowhere Boy misstaat niet naast Me and You and Everyone We Know (Miranda July) en Hunger (Steve McQueen). Dat juist Taylor-Wood de stap naar speelfilm maakt is niet verbazingwekkend; ze werkte voor haar kunst al veel samen met professionele cinematografen en acteurs.

Wat het acteren betreft is Nowhere Boy een magische film. Kristin Scott Thomas, als de puriteinse Mimi, en Anne-Marie Duff, als de net iets te intieme Julia, zijn tegenpolen waartussen Johnson als Lennon zich moet bewegen. Het wordt bijna eng wanneer je de berichten uit de Britse (roddel-)pers leest rond de relatie tussen Taylor-Wood en de jonge Johnson, die in leeftijd 23 jaar verschillen en die binnenkort een kind krijgen. De twee werden verliefd tijdens de opnames en het is voor te stellen dat er over deze relatie een tweede film te maken is van een vergelijkbare intensiteit. Wat zich daar op die filmset ook afgespeeld moge hebben, Nowhere Boy mag er in ieder geval zijn.

Nowhere Boy draait vanaf 24 maart op het International Film Festival Breda en vanaf 1 april elders in het land.
Nowhere Boy