*****
(Pompeii/De Konkurrent)
De 20-jarige Amerikaan Zack Condon heeft een merkwaardige dubbel-ep uitgebracht: twee totaal verschillende muzikale werelden in één verpakking. Om de verwarring te beperken (of nog groter te maken) bedient zich hij van twee namen: Beirut en Realpeople. Op disc 1, getiteld March of the Zapotec, horen we de negentienkoppige Mexicaanse fanfare The Jeminez Band, met gezellige, bijna valse trompetten, trombones en tuba, die deels in Mexico is opgenomen. Een tip voor liefhebbers van De Kift: luister naar La Llorona en The Akara. Slepende driekwartsmaten en lyrische zang, zo beeldend dat je de filmpjes in korrelig zwart-wit er bijna gratis bij krijgt.

Op disc 2, getiteld Holland, laat hij zich van een geheel andere kant horen. My Night With The Prostitute From Marseille is pure electropop. Zijn melancholieke en beweeglijke stem, die doet denken aan Midlake en Rufus Wainwright, komt erg goed tot zijn recht bij deze sobere digitale aanpak. Maar My Wife, Lost In The Wild is toch mijn favoriet, vanwege de meeslepende zangmelodie. De vraag dringt zich wel op: wat doen deze twee projecten in één doosje? In The Concubine knoopt hij de losse eindjes aan elkaar met een prachtige opeenstapeling van electro, blazers, trekharmonica en zang. Maar daar blijft het bij. Jammer, want juist het mixen van akoestisch met elektronisch en exotisch met westers levert de bijzonderste liedjes op. Het laatste nummer No Dice had weer zo op een plaat van the Postal Service of een tiental andere electropopknutselaars kunnen staan; een beetje suffe afsluiter. Al met al is dit een intrigerend schizofreen plaatje van maar een dik half uur. Dat smaakt naar meer.
*****
(Pompeii/De Konkurrent)
Het wachten op de derde plaat van Zachary Francis Condon, alias Beirut, wordt nog niet helemaal ingelost. Toch is March of the Zapotec meer een mini-album dan een ep. Wat deze ep vooral interessant maakt is dat Beirut zijn inspiratiebron van de Balkan verlegt naar het Mexicaanse Oaxaca. Was de Oost-Europese zigeunermuziek op de cd’s Gulag Orkestar en de Flying Club Cup nog ruim aanwezig, op deze ep slaat Condon met de Jimenez Band (een negentienkoppige band uit Teotitlán del Valle) nieuwe wegen in. Ook de thema’s van de liedjes verschuiven naar de Mexicaanse folklore. Zo handelt La Llorona over een moeder die haar kinderen heeft vermoord en vervolgens ’s nachts vol berouw huilend naar ze op zoek gaat. Wat echter muzikaal op deze ep nog het meeste opvalt is dat, alhoewel het geheel Mexicaans aandoet, er een link valt te ontdekken met de Europese muziekstijlen. De blazers, de dramatische tempowisselingen, de potten- en pannenpercussie, ze klinken bekend en toch ook weer niet.

Om aan te tonen dat Condon echt niet stil kan zitten heeft hij als bonus nog een cd met huisvlijt aan dit project toegevoegd. Holland. Onder de naam Realpeople ging hij elektronisch aan de slag en verbouwde eigen nummers als Venice en My Night With The Prostitute From Marseille. Beirut is een muzikale en hoogst originele duizendpoot, maar volgende keer horen wij toch liever weer een gewone plaat.