*****
(Sub Pop / De Konkurrent)
Het Sub Pop label brengt voornamelijk garagerock uit. De term is een vergaarbak waar je nogal uiteenlopende bands in aantreft. De meeste garagerockers mogen dat neigen naar hoog volume en dito tempo, Jaill pakt het op That’s How We Burn wat subtieler aan. De muziek van het viertal uit Milwaukee rockt zeker wel, maar met een hoofdrol voor het melodische element. De liedjes hebben een middelmatig tempo waardoor ze niet direct met de deur in huis komen vallen, maar de plaat blijft wel lekker hangen nadat hij allang is geëindigd. Opener The Stroller is als één van de weinige nummers op dit album wél behoorlijk scherp en zet je met hoekig gitaarwerk aanvankelijk wat op het verkeerde been. Het sinistere geluid van dit nummer laat de band namelijk wel meteen weer varen.

Everybody’s Hip neigt meer naar vrolijke powerpop. De sfeer van deze track grijpt terug naar de indierock van begin jaren ’90. On The Beat lijkt zittend met akoestische gitaar op het strand geschreven te zijn, wat de volgende tekst opleverde: ‘I saw that you'd made our likeness in sand’ en ‘your surfboard's so sleek’. Baby I zou je dromerige americana kunnen noemen, terwijl How’s The Grave met rappe rock ’n roll weer een andere weg in slaat. Gaandeweg laat deze nog jonge band zien dat ze niet van plan zijn in één hokje gestopt te worden. De één zal dit richtingloosheid of onduidelijkheid noemen, de ander juist veelbelovende veelzijdigheid. Intrigerend is de plaat in ieder geval, wat erom vraagt deze wat onscherpe zomerplaat gewoon nog een paar keer op te zetten.