Peter Moerenhout
Peter Brutin en Matthias Cruyssaert - Commissaris Moordenaar. Parket naar de maan, Deel 1: De Neinstein machine
*****
(Barcatproductions)
Ik heb een zwak voor smallpress en uitgaven in eigen beheer. Niet alleen omdat het opnemen voor de underdog een menselijke reflex is, maar ook en vooral omdat auteurs in de luwte dingen kunnen maken en uitgeven die anders, uniek en origineel zijn. Grotere uitgevers zijn nu eenmaal banger voor financiële missers dan voor eenheidsworst. In de afgelopen weken vond ik drie uitschieters op mijn bord.

De figuur van Commissaris Moordenaar van Peter Brutin en Matthias Cruyssaert is al in vele gedaantes tot ons gekomen: Als vervolgstrip in Plots Stripmagazine (nooit afgerond), als uitgave in eigen beheer en nu, via smallpress uitgever Barcatproductions in een uitgave die het werk verdient. De eerste verhaallijn, die ik ooit hier besprak, werd uitgegeven op groter formaat, in twee delen en met tal van extra’s. Daar ga ik het hier niet over hebben want Brutin en Cruyssaert brachten ook meteen het eerste deel van een nieuwe verhaallijn uit: Parket naar de maan, Deel 1: De Neinstein machine.

Alle ingrediënten uit de vorige delen zijn van de partij: een even grote als hilarische cast, absurde humor en grappige dialogen. Over de plot valt weinig coherents te vertellen omdat dit een eerste deel is. Er worden gigantisch veel verhaallijnen uitgegooid. Men kan daar als lezer bang van worden in die zin dat het vermoeden rijst dat de auteurs de draadjes niet aan elkaar zullen kunnen knopen. In het vorige verhaal deden ze dit echter met verve en slaagden ze erin alle opgegooide balletjes vakkundig weer op te vangen. Ik twijfel er niet aan of Brutin en Cruyssaert daar ook met dit nieuwe verhaal in zullen slagen. Meer nog: de ingewikkelde plotlijnen maken deel uit van het plezier deze reeks te lezen.

Gelukkig proppen Brutin en Cruyssaert de strip vol genoeg met andere dingen waaraan de lezer heel wat plezier kan beleven. De dialogen en personages zijn zo grappig en aandoenlijk dat ik het verschillende malen op een proesten zette. De tekeningen zijn zeer expressief, wat bijdraagt tot het medeleven dat de lezer voelt met de figuren in deze strip. Figuren die, net zoals wij allemaal, eigenlijk een beetje sukkels zijn. Vooral de mannelijke figuren dan. De vrouwen in deze reeks zijn bijna zonder uitzondering slimmer, sexier en zelfstandiger dan hun tegenspelers. De tekeningen stralen een ambachtelijkheid en een sfeer uit die doet denken aan het beste dat de Belgische strip vroeger te bieden had. Er zit een soort knuddige, Belgische volksheid in die een onweerstaanbare uitwerking op me heeft. Bovendien zit de strip ook vol met verwijzingen naar Belgische monumenten: Guust Flater, Kuifje, enzovoort. Wat wil je nog meer als rechtgeaarde stripliefhebber?