Peter Moerenhout
Remco Polman - Floris van Dondermonde Nr. 1: Heer Floris steekt de draak
*****
(Don Lawrence Collection)
Humor in strips: velen proberen het, maar het is niet velen gegeven. Moeilijkste is het doelpubliek bepalen: teveel actualiteit en seks en het is niet meer voor de jongsten, te simpele grappen en je verliest het publiek dat zijn grollen van de bovenste plank wil. Het is moeilijk die gulden middenweg te vinden en te bewandelen.

Je kan uiteraard ook je zin doen (Dat het doelpubliek het schijt krijgt!) maar als je een strip maakt die in een blad voor het hele gezin verschijnt kan je natuurlijk niet overdrijven. Vele stripmakers maken de fout om te breed en te makkelijk te gaan wanneer ze geconfronteerd worden met zo’n doelpubliek. Zo niet: Remco Polman. De strip Floris van Dondermonde verschijnt al een wijle in stripblad Eppo. Floris is een macho ridder, een vrouwenversierder van de oude (middeleeuwse) stempel. Hij wordt omringd door typisch middeleeuwse sprookjesfiguren zoals draken, een hofnar, de zwarte ridder, magiërs en jonkvrouwen. Polman mengt verbazend veel moderne gegevens door deze historische setting: als er nachtlawaai is wordt “de baljuw gebeld”, van reizigers die onderdak zoeken moet eerst de asielaanvraag goedgekeurd worden en ook 800 jaar geleden bestonden er supermarkten.

Het introduceren van dat soort modernismen wordt zo subtiel en uitgekiend gedaan dat je het als lezer eerst zelf niet opmerkt, wat het bij ontdekking ervan des te grappiger maakt. Ook leuk is wanneer Polman de activiteiten van een sprookjesridder doortrekt naar hun logische conclusie: wat ridders doen als ze geen draken aan het bevechten zijn en of er in die tijd ook al geslachtsziekten bestonden. Hier en daar zijn de strips wat tekstzwaar en wordt er nogal veel aan het woord overgelaten, maar wanneer die tekst uit de mond van Floris zelf komt is dat een lust om te lezen. Polman gebruikt immers een zelf gebrouwd en hoofs Rederijkerstaaltje dat onbetaalbaar lollig is om te lezen. De humor in Floris van Dondermonde is meestal kurkdroog en hilarisch en net als de tekeningen doet die soms wat denken aan de meligheid van Dirkjan. Toeval is dat niet, want Polman werkt ook mee aan de Dirkjan-gags. Misschien dat over enkele jaren het omgekeerde zal kunnen gezegd worden, wanneer iemand na het lezen van enkele Floris-albums voor het eerst een Dirkjan vastpakt, dat “Die Dirk-Jan toch wel wat aan Floris van Dondermonde doet denken!” Laat het ons hopen!