*****

In 1982 besluiten drie 11-jarige jongetjes om een exacte remake te maken van Raiders of the Lost Ark. Het begint als een project in de zomervakantie. In de achtertuin worden wat decors gebouwd en de eerste scènes gedraaid. Maar al snel breiden de decors zich uit naar de kelder van het huis en worden er broers en vrienden ingezet voor de bijrollen. Eén zomervakantie blijkt niet genoeg. De drie zijn er op gebrand om de film te voltooien, dus wordt ook de volgende zomervakantie er aan opgeofferd. En hier begint het interessant te worden. Want de ambities van de drie lopen zo hoog op, dat kosten noch moeite worden gespaard om hun droom te verwezenlijken. De moeder van één van hen is niet veel thuis, dus wordt de woonkamer geannexeerd om een set op te bouwen. Maar met één set maak je geen film, dus gaan uiteindelijk alle kamers voor de bijl. De special effects doen ze zelf. Als de regisseur zichzelf in brand steekt met benzine en het blussen niet loopt zoals gepland, grijpen de ouders in en ligt de produktie lange tijd stil. Er wordt een compromis bereikt: Eén van de vaders zal supervisie voeren. In de documentaire, zien we hoe deze vader het gebruik van vuur niet tempert, maar het liever in ‘goede banen’ leidt. Terwijl de volledige kelder al in lichterlaaie staat, horen we een mannenstem buiten beeld zeggen: “Die hoek kan nog wel wat meer gebruiken!”. Waarop iemand een emmer benzine in de hoek dondert met het verwachte resultaat. “Ja, dat is beter”, zegt de man tevreden.

Het is zomaar een voorbeeld. Fragmenten van mislukte scènes en restmateriaal laten een blinde toewijding en veel meer van dit soort roekeloze acties zien. In de interviews waarmee de documentaire gelardeerd is, vraagt men zich regelmatig af hoe het toch kan dat het huis nooit is afgefikt en dat er niemand ooit gewond is geraakt. Of ja, toch wel, maar dat was de maker zelf dus dat telt niet echt mee.

In 1989, na zeven jaar noeste arbeid, was de koek op. Op de vliegveldscène na, die te moeilijk en te gevaarlijk werd gevonden, was de film klaar. De video werd vertoond, gedupliceerd, verspreid en de vrienden gingen uit elkaar. Einde verhaal. Totdat de film op een festival werd vertoond, georganiseerd door Ain’t It Cool News oprichter Harry Knowles. De video werd opgezet om een gat op te vullen. Maar toen hij halverwege ruw werd onderbroken om plaats te maken voor de wereldpremière van The Lord of the Rings: Two Towers, gaf het publiek luidkeels te kennen dat ze Raiders wilden afkijken. Wie de documentaire Raiders: The Story of the Greatest Fan Film Ever Made bekijkt, snapt deze verontwaardiging volkomen. De beelden uit de film, opgenomen op video, zijn naar huidige maatstaven abominabel, maar boven alles fascinerend, inspirerend en enthousiasmerend.

Harry Knowles en zijn vriend Eli Roth zochten uit wie de makers waren, brachten de voormalige vrienden weer bij elkaar en wisten ze te overtuigen om die laatste scène te maken. In de documentaire zien we stukken uit de film, restmateriaal en interviews met de makers en andere betrokkenen (zoals ouders). En we zien de queeste van de drie (inmiddels) veertigers, om hun film meer dan 30 jaar na aanvang, alsnog te voltooien. En als mij één spoiler wordt gegund: Ook dat is niet van roekeloze acties gespeend.

Raiders: The Story of the Greatest Fan Film Ever Made
(Tim Skousen/Jeremy Coon, VS 2015)
Nog te zien op donderdag 4 februari om 21:45 in LantarenVenster 1
De film wordt vertoond zonder ondertiteling