Bas de Koning
Stereo MCs - Emperors Nightingale
*****
(K7 / V2)
Begonnen als een Britse hiphop-act beleefde de Stereo MCs hun hoogtepunt begin jaren 90 met de hit Connected. Tussen destijds hippe acts als Jesus Jones en EMF viel de band precies op zijn plek en maakte van de weeromstuit de MC-lettercombinatie tot een anachronisme. Immers, de overstap naar een meer dance-georiënteerde sound was toen al gemaakt. Het succes vervloog echter, het trio werd een duo dat voortmodderde met uiteindelijk een middelmatige herhaling van zetten op de plaat Deep Down and Dirty (2001). Dat beloofde weinig goeds voor deze terugkeer en debuut op het indie-label K7. Maar dat valt alles mee. Met een definitieve keuze voor dance is Emperors Nightingale voor het grootste deel een overtuigende plaat geworden.

Frontman Rob Birch kan nog steeds niet zingen, maar met moderne vervormingstechnieken wordt zijn nasale droge stemgeluid in allerlei bochten gewrongen, wat het geheel iets dynamisch geeft zoals op Phase me en Far Out Feeling . Mixer Nick Hallam houdt de plaat op koers met een collectie simpele, recht-voor-zijn-raap beats, hier en daar aangekleed met herkenbare samples zoals het synthloopje uit Eddy Grant’s Electric avenue op Manner. Het geeft de plaats iets cools, opzwepends en euforisch. De plaat doet enorm verlangen naar de tijd dat de Chemical Brothers en Prodigy het geluid bepaalden. Bring It On is met zijn rave-beats een goed voorbeeld van deze retro-sound. Enige vernieuwing komt nog wel van het nummer Boy met Jamie Cullum op piano, al valt het een beetje uit de toon in deze collectie vooral smakelijke staaltjes nostalgie.