Pieter van Oudheusden
Jeroen Funke - Victor & Vishnu 3: Op safari
*****
(Uitgeverij Strip 2000, Prijs € 8,95, ISBN 9789070060343)
De goedmoedige brilbeer Victor en de eigenwijze vogelaap Vishnu vormen een klassiek komisch duo: onbevangen, blijmoedig en argeloos. Het loopt in zeven sloten tegelijk, zonder daarvan schade te ondervinden of enige ervaring op te doen. Het tweetal leert niets in het leven enbeleeft zodoende des te meer plezier aan de wereld om hen heen. Niet de plot van de korte verhalen telt, het gaat eerst en vooral om de weg die Victor en Vishnu afleggen - en dat blijkt iedere keer weer een route van onverwachte gebeurtenissen en absurde voorvallen.

De humor van Jeroen Funke is surrealistisch, met een geheel eigen logica. Op de beste momenten levert dat een briljant resultaat op, zoals in de ontmoeting met Reinaart de Vos. De brilbeer en de vogelaap zijn erg opgetogen over het onzichtbare huis dat de roodharige sluwerik hun aansmeert. Na afloop vraag je je af: wie houdt wie voor de gek? Wat weten slachtoffers die zo verrukt zijn van hun aankoop, meer dan de bedrieger die wegloopt met een zak geld maar met een wantrouwige blik achterom?

Bij de belevenissen van Victor en Vishnu weet je nooit waar ze naartoe leiden, omdat er weinig onmogelijk is in het universum van Jeroen Funke. Niets, eigenlijk. Waar het in de strip over het algemeen bon ton is om alles op dezelfde wijze weer te geven, kiest hij weliswaar een zelfde stijl (zij het met ruime marges), maar steeds een andere technische aanpak: dikke of dunne pen, potlood, zwart-wit, steunkleur of full color. Tekenen en vertellen sluiten daardoor perfect op elkaar aan, in deze strip die in de eerste plaats voor kinderen bedoeld is, maar die met een volwassen inzet is gemaakt.

Op safari bevat juweeltjes van humor die je niet serieus hoeft nemen en waar je keer op keer om kunt lachen - óók wanneer ze zich postuum in het hiernamaals afspelen. Als Victor en Vishnu in de hemel enthousiast doorgaan met badmintonnen, zucht God: ‘Zeg... kunnen jullie niet ergens anders gaan spelen?’ Zelfs de Allerhoogste is niet altijd tegen hen opgewassen.